Windpark Noordzeewind
Vattenfall/Jorrit Lousberg

Geen subsidie? Dat is geen probleem voor windparken op zee

Dankzij schaalvergroting levert windenergie op zee, waarvoor de overheid sinds afgelopen jaar geen subsidies meer verstrekt, in rap tempo steeds meer groene energie op. Dat is een geweldige stimulans voor de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening, betoogt Ireen Geerbex van Nuon/Vattenfall.

In 2006 werd met ‘NoordzeeWind’ het eerste Nederlandse windpark op zee in gebruik genomen, in 2008 het tweede. Toen waren windmolens op zee nog fors duurder dan op land. In het Energieakkoord van 2013 werd een ambitieuze doelstelling voor wind op zee afgesproken: een opgesteld vermogen (het vermogen dat in een jaar kan worden opgewekt, red.) van in totaal 4.450 megawatt (4,5 gigawatt) in 2023. De zee bood immers meer ruimte voor windparken dan land (het Nederlandse deel van de Noordzee is ruim anderhalf keer zo groot als ons landoppervlak), al erkende men direct dat de zeer druk bevaren Noordzee ook maar beperkt ruimte kon bieden.
Deze waterweg is een gunstig gebied voor energiewinning met windmolens, vanwege de relatief geringe waterdiepte, het gunstige windklimaat en de nabijheid van havens en (industriële) energieverbruikers. De doelstelling van het Energieakkoord betekende dat er voor zo’n 3.500 megawatt extra aan windparken op zee gesubsidieerd zou moeten worden. Overheid, ngo’s en bedrijven spraken met elkaar af de hoge kosten die de bouw van windparken met zich meebrengt met 40 procent te verlagen door middel van innovaties, schaalvergroting en een robuust uitgiftesysteem van de projecten. Dit ‘taakstellend kostendalingspad’ was nodig om de ambities met wind op zee ook financieel haalbaar te maken. 

Kosten sneller gedaald dan verwacht

Die verwachting wat betreft lagere kosten met het oog op de aflopende subsidieverstrekking door de Nederlandse overheid werd sterk overtroffen. In het Energieakkoord werd gerekend met een kostendaling van 40 procent in 2020, vergeleken met 2013, maar in werkelijkheid werd een kostendaling van maar liefst 70 procent in 2018 gerealiseerd. Dat bewijst de juistheid van het destijds gekozen systeem, waarbij de overheid tenders met een vaste regelmaat uitschrijft – vis je naast het net, dan kun je vrij snel weer inschrijven op de volgende tender, zodat een focus op wind-op-zee uiteindelijk loont – en zorgt voor de vereiste vergunningen, een kosteloze netaansluiting en projecten van voldoende omvang. Die zekerheden droegen bij aan een forse kostendaling voor windenergie op zee, waardoor binnenkort de tweede subsidieloze tender plaatsvindt.

Subsidievrij windpark

Op dit moment staan er vier windparken in de Nederlandse Noordzee: voor de kust van Egmond aan Zee staat NoordzeeWind (Nuon/Vattenfall en Shell), bij IJmuiden het Prinses Amaliawindpark (van Eneco), bij Noordwijk windpark Luchterduinen (Eneco) en achter Schiermonnikoog staat windpark Gemini (van een consortium onder leiding van het Canadese nutsbedrijf Northland Power). Dit viertal is samen goed voor een capaciteit van een kleine 1.000 megawatt. De extra geplande capaciteit van 3.500 megawatt moet komen van vijf grotere, nog aan te leggen windparken. De eerste zijn de windparken bij Borssele, waarvan de bouw start in 2020. Deze windparken krijgen een capaciteit van in totaal 1.500 megawatt, goed voor stroom aan zo’n twee miljoen huishoudens. Deze tenders waren de laatste in Nederland met subsidie: in maart vorig jaar werd Nuon/Vattenfall uitgekozen om het eerste subsidievrije windpark op zee in Nederland te bouwen: Hollandse Kust Zuid 1&2. Dit windpark komt ruim 22 kilometer voor de kust van Nederland, ter hoogte van Leiden. Volgens de regels moet dit windpark binnen vijf jaar volledig operationeel zijn. Uiterlijk in september 2023 zal dit windpark, met een capaciteit van 750 megawatt, 1 tot 1,5 miljoen huishoudens van elektriciteit kunnen voorzien. In maart dit jaar volgt de tender ‘Hollandse Kust Zuid 3&4’, en volgens de planning van de overheid eind dit jaar ‘Hollandse Kust Noord’.

Krachtigere windturbines

Cruciaal is dat de capaciteit van deze nog te bouwen windparken snel omhoog gaat. Hebben de bestaande windparken een capaciteit uiteenlopend tussen 200 en 300 megawatt, de nog te bouwen windparken genereren een capaciteit die vele malen hoger is, tot een factor vijf à zes. Hoe kan dat? Met name omdat de windturbines steeds krachtiger worden en dus navenant meer groene stroom leveren, tegen lagere kosten per eenheid energie. De huidige turbines leveren gemiddeld zo’n drie megawatt, de turbines van windpark Borssele zullen een capaciteit hebben van acht megawatt. Binnen afzienbare tijd verwacht men turbines die 15 megawatt kunnen leveren, met een rotordiameter die kan oplopen tot liefst 200 meter.
Deze schaalvergroting betekent simpelweg dat er per park minder turbines nodig zijn. Dat resulteert in minder materiaal, minder boringen en minder installatiewerk en onderhoud, én in minder rotoroppervlakte per park wat gunstig is voor vogels en vleermuizen. Voor energiemaatschappijen die windparken willen exploiteren, betekenen deze schaalvoordelen een verlaging van hun risico. Dat is hard nodig, want de opbrengsten uit de windparken zijn niet gegarandeerd nu de subsidies zijn weggevallen.
De prijzen van duurzame windenergie zullen te zijner tijd dalen, naarmate de beschikbaarheid ervan toeneemt. Logisch dus dat energiemaatschappijen en andere exploitanten focussen op verdere kostenverlaging. Wat daarbij helpt, is dat een partij als Nuon/Vattenfall al veel ervaring heeft opgedaan met het bouwen en exploiteren van windparken op zee, ook elders in Europa. Met haar groeiende portfolio kan zij goed optimaliseren, niet alleen in de bouw maar ook bijvoorbeeld met onderhoud. Bovendien is Vattenfall als ketenbreed energiebedrijf steeds meer bedreven in het vermarkten van (subsidievrije) energie uit wind en zon. We merken duidelijk dat onze klanten steeds meer oprechte interesse krijgen in het afnemen van groene energie.
Ook op het vlak van innovatie kunnen er nog de nodige stappen volgen. Nu wordt er bijvoorbeeld gekeken naar de ontwikkeling van turbines die relatief meer produceren als het wat minder waait, zodat je voor je opbrengsten minder afhankelijk bent van de uren waarin het heel hard waait, want op die momenten is het aanbod zó groot, dat de prijs laag is. Daarnaast wordt er veel onderzoek gedaan naar efficiënte manieren om vraag en aanbod te koppelen, maar ook om elektriciteit op te slaan of om te zetten in bijvoorbeeld waterstof.

Veel extra banen

Nederland kan de komende jaren profiteren van deze innovatieve ontwikkelingen op gebied van wind op zee. Op dit moment lopen we internationaal gezien in de voorhoede. Binnen Europa wordt veel maatschappelijk relevante kennis gedeeld op gebied van energiewinning door wind op zee, bijvoorbeeld op ecologisch gebied.
Het kabinet wil tussen 2024 en 2030 nieuwe windparken op de Noordzee bouwen met een capaciteit van bij elkaar nog eens 7 gigawatt – en wellicht zelfs nog meer als het Klimaatakkoord ook andere sectoren prikkelt tot verder verduurzamen. Die moeten dan, samen met de andere windparken op zee, voldoende duurzame stroom opleveren voor zo’n 45 procent van ons huidige totale elektriciteitsverbruik.
De aanleg van deze windparken zal vele miljarden aan investeringen vergen en daarmee een sterke impuls geven aan de Nederlandse economie. Zo schat men dat de aanleg van deze windparken in de periode 2024-2030 10.000 banen gaat opleveren.
In de jaren daarna zijn er nog ambitieuzere plannen: wind op zee zal verder uitgebreid moeten worden op weg naar een volledig CO2-vrije energievoorziening, hoogspanningsverbindingen met buurlanden worden verder opgetuigd om de netcapaciteit te verhogen, en nieuwe concepten op zee worden ontwikkeld. Zo willen verschillende partijen, waaronder staatsbedrijf TenneT dat het hoogspanningsnetwerk beheert, tussen 2030 en 2050 ondiepe delen in de Noordzee omtoveren tot een megagroot energie-eiland met maar liefst 100.000 megawatt vermogen.
Daarnaast zal ook de vraag naar groene stroom nog sterker moeten ontwikkelen om klimaatdoelen te halen. Vervoer wordt via elektrificatie en windstroom CO2-neutraal, onze woningen en kantoren worden met stroom verwarmd en ook de industrie zet vol in op elektrificatie om van fossiele bronnen af te komen.
Deze ambities moeten nu omgezet worden in concrete plannen voor de tenders vanaf 2021. Toekomstbestendig beleid en concrete uitwerking van de doelstellingen uit het Klimaatakkoord vormen de basis voor een koploperpositie voor wind op zee van Nederland.

Bekijk ook

Vattenfall

Centrales Diemen gaan van het Groningen-gas af

Het gasveld in Groningen produceerde een uniek soort aardgas. Het bevatte namelijk meer stikstof dan aardgas gewonnen in de rest van de wereld. Het Groningen-gas was daardoor laagcalorisch, ...

Lees het hele artikel
Vattenfall

Vattenfall InCharge breidt openbare laadpalennetwerk in Den Haag uit

De gemeente Den Haag heeft het beheer en onderhoud van haar 5.400 openbare laadpunten ondergebracht bij Vattenfall InCharge. Onderdeel van de overeenkomst is de uitbreiding van het netw...

Lees het hele artikel

De wereld achter warmtetarieven

De betaalbaarheid van stadswarmte staat volop in de belangstelling. We duiken daarom dieper in de wereld achter de warmtetarieven aan de hand van een aantal vragen. Waarom kost warmte eigenl...

Lees het hele artikel