
Infraroodcamera’s op windturbine moeten beter beeld geven van aantal vogelslachtoffers
Dit weekend is de officiële start van de voorjaarstrek. De komende maanden zullen miljoenen vogels over de Noordzee trekken en die passeren daarbij verschillende windparken. Hoeveel vogels slachtoffer worden van een botsing met een turbine valt moeilijk te controleren, omdat ze in zee vallen en wegdrijven. Een studie met warmtebeeldcamera’s op een windturbine moet meer inzicht geven.
Zestien camera’s hangen er op turbine ‘W6’ van windpark Hollandse Kust Zuid. Twaalf stuks houden alle hoeken van de horizon in de gaten, vier stuks zijn omhoog gericht op de bladen. Zodra een vogel binnen hun bereik komt, houden ze de vlucht bij. Als het lijkt of een vogel tegen de turbine vliegt, dan worden de beelden verder geanalyseerd.
Realistische voorspellingen
Elk jaar trekken grote aantallen landvogels langs of over de Noordzee. Ze zijn op weg van broedgebieden naar overwinteringsgebieden of op de weg terug. Op mooie dagen vliegen zangvogels en steltlopers honderden meters hoog, maar bij slecht weer blijven ze dichter bij het wateroppervlak en komen daardoor binnen het bereik van de turbinebladen.
Doel van de camera’s is om beter inzicht te krijgen in de hoeveelheid vogelslachtoffers die turbines op zee maken en onder welke omstandigheden dat gebeurt. Op dit moment wordt gebruikgemaakt van theoretische modellen om dat aantal in te schatten. Waarnemingen die de modellen kunnen ondersteunen ontbreken.
Jesper Kyed Larsen, bioscience expert bij Vattenfall: "Windindustrie en natuurbeschermers hebben er beide baat bij om te begrijpen welke invloed turbines hebben op vogelpopulaties. Een beter begrip van de risico's helpt om efficiënte maatregelen te ontwikkelen die het aantal botsingen beperkt kunnen houden. Op de langere termijn levert het bovendien realistischer voorspellingen op voor nieuw te bouwen windparken.”

Een vogel vliegt langs een turbine. De afbeelding is een samenvatting van 30 seconden video in één enkele afbeelding. De gele stipjes vormen het pad dat de vogel heeft gevolgd. Bron: Vattenfall
Vogels spotten rond de turbines
De infraroodcamera’s werken dag en nacht en ook onder moeilijke omstandigheden zoals mist en regen. Ze kunnen kleine zangvogels spotten tot een afstand van ongeveer 120 meter. Voor lijsters is het bereik van de camera 200 meter en zeemeeuwen kunnen zelfs al op 500 meter worden waargenomen. De videobeelden worden geanalyseerd met behulp van kunstmatige intelligentie.
Het onderzoek richt zich op de migratie van kleine vogels zoals zangvogels en lijsters, maar omvat alle vogelactiviteiten en kijkt ook naar vleermuizen. De studie wordt samen met Wageningen Environmental Research uitgevoerd, onderdeel van Wageningen Universiteit, en duurt een jaar. Daarna wordt bepaald of meer turbines met camera’s zullen worden uitgerust.
Turbines stilzetten
Tijdens de vogeltrek is een Start/Stop-procedure van kracht. De overheid kan windparken vragen om de windturbines een paar uur stil te zetten als er grote groepen trekvogels worden verwacht. Dat betekent wel dat energiecentrales moeten bijspringen om te zorgen voor voldoende elektriciteit. De Start/Stop-procedure wordt dan ook twee dagen van tevoren aangekondigd. De vraag is of de turbines op het juiste moment stilstaan, simpelweg omdat het moeilijk is om zo lang van tevoren precies te voorspellen welke route de vogels zullen kiezen en hoeveel tijd ze nodig hebben om een windpark weer te verlaten.