Nuon maakt vlam in Amsterdams Olympisch Stadion weer mogelijk
Ook in het Olympisch Stadion van Amsterdam brandt de vlam weer. Het laten branden van de vlam is mede mogelijk gemaakt door Nuon, een van de vaste Partners in Sport van NOC*NSF. Elke keer dat een Nederlandse sporter olympisch goud wint in Sotsji, zal direct het vuur in de marathontoren worden ontstoken.
De vlam zal vervolgens tot middernacht blijven branden. Op de eerste dag van de Olympische Spelen was het al meteen raak: de vlam werd ontstoken voor Sven Kramer die goud won op de 5 kilometer schaatsen.
Om het idee te realiseren, moesten overigens speciale leidingen worden aangelegd. Ook is een hittebestendige schaal in de top van de marathontoren aangebracht.
Op vrijdag 28 februari zal de vlam in ieder geval branden. Die avond zullen de Nederlandse olympische sporters van Sotsji in het Olympisch Stadion van Amsterdam worden ontvangen en gehuldigd.
Tijdens de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928 werd voor de eerste keer een symbolisch vuur ontstoken in het Olympisch Stadion. Het vuur brandde in een schaal die op de toren van het stadion was geplaatst, bedacht en ontworpen door de gevierde architect Jan Wils. De vlam werd in 1928 aangestoken door een medewerker van het toenmalige Amsterdams Gemeentelijk Energiebedrijf (een van de rechtsvoorgangers van Nuon) door – zo gaat het verhaal – tamelijk achteloos brandende lucifers in de schaal te gooien.
Met de Olympische Spelen in Amsterdam 1928 begon dus een traditie die zich uiteindelijk zou ontwikkelen tot een globale estafette, waarbij het olympisch vuur tienduizenden kilometers aflegt om in het stadion waar de Spelen worden gehouden het vuur aan te steken.
Meer informatie:
- Nuon, Partner in Sport van het NOC*NSF
- Team Nuon/Vattenfall, met o.a. Marrit Leenstra en Dimi de Jong