Amsterdam maakt werk van het verwarmen van huizen met restwarmte van nieuw datacenter

In het havengebied ontwikkelt Caransa een nieuw datacenter dat een grote hoeveelheid restwarmte produceert die vrijkomt bij de dataverwerking. Het wordt het grootste datacenter van Amsterdam, met een oppervlakte van 100.000 vierkante meter. Om ervoor te zorgen dat de warmte niet verloren gaat, wordt de invoeding van restwarmte in het nabijgelegen stadswarmtenet van Westpoort Warmte onderzocht.

De gemeente Amsterdam wil dat nieuwe datacenters op groene stroom draaien en dat de vrijgekomen warmte gratis beschikbaar komt voor stadsverwarming. Marieke van Doorninck, wethouder duurzaamheid in Amsterdam: “Onze hoofdstad is een van de grootste datahubs in de wereld en de afgelopen periode van veel thuiswerken en videobellen heeft laten zien hoe belangrijk goede verbindingen zijn. In ons nieuwe datacenterbeleid is opgenomen dat een beperkt aantal nieuwe datacenters welkom is in Amsterdam, maar alleen onder de voorwaarde dat ze bijdragen aan de duurzame opgaven van de stad. In onze zoektocht naar duurzame bronnen voor de verwarming van de stad zou gebruik van restwarmte uit dit datacenter, dat gevoed wordt met schone stroom, een belangrijke stap zijn.”

Omdat de temperatuur van de restwarmte (30 graden Celsius) nog ver achterblijft bij die van het leidingennetwerk (90-120 graden Celsius) dat tienduizenden huizen in Amsterdam-Noord, -Zuidoost en Nieuw-West verwarmt, kan een grote warmtepomp misschien dat temperatuurverschil overbruggen. Alexander van Ofwegen, directeur Heat Vattenfall Nederland: “Om Amsterdam duurzaam te verwarmen, hebben we een brede mix van duurzame bronnen nodig. Het gebruik van restwarmte uit datacenters kan een belangrijke rol vervullen in die mix. Door de verschillende partijen in een vroeg stadium bijeen te brengen, kunnen we nu samen stappen zetten om ook in Amsterdam een fossielvrij leven binnen één generatie mogelijk te maken.”