Amsterdams koude-net viert tienjarig jubileum
Tien jaar geleden opende Nuon aan de Amsterdamse Zuidas de allereerste koude-centrale van Nederland.
De kantoren en gebouwen die aangesloten zijn op de koude netten, hebben geen koelmachines meer nodig; de natuurlijke bron van koude zorgt voor een CO2-reductie van 75%. De koude wordt geleverd met water uit het Nieuwe Meer voor de Zuidas en met water uit de Oudekerkerplas voor Zuidoost.
Koude voor woningen
Een nieuwe stap is dat Nuon bekijkt of de duurzame koude een plek kan krijgen in woningen. Het water uit de plassen is bijvoorbeeld in de zomermaanden eigenlijk te warm voor de koeling van kantoren, maar voor woningen uitermate geschikt.
Rendement
Afgelopen jaren is gebleken dat de koude-vraag in het gebied rond de Ouderkerkerplas lager is dan verwacht. Raymond van Bulderen, business manager bij Nuon, “Bij het ontwerp van de centrale zijn we uitgegaan van een grote, constante koude-vraag, onder meer vanuit de kantoorbouw die destijds in de planning stond. Om aan die verwachte grote vraag te voldoen, zijn destijds twee grote koelinstallaties geplaatst.” Die omvangrijke installaties blijken in de huidige praktijk eerder een nadeel dan een voordeel. Want als er minder vraag is naar koude vanuit de bedrijven, dan gaat dat ten koste van het rendement van de centrales. Die produceren dan onnodig te veel koude en daardoor konden we niet de voorspelde hoge rendementen halen. “We zien de laatste tijd dat de vraag toeneemt. Daarom zijn we van plan om in de centrale aan de Ouderkerkerplas een kleinere koelmachine bij te plaatsen. Deze centrale kan flexibeler inspelen op een wisselende koude vraag en is daarmee ook efficiënter.
Als we ons ook gaan richten op woningen, kunnen we bovendien slimmer gebruik maken van de koude-centrales.”
De hele keten in orde
“Om duurzame koude te leveren met een maximaal rendement moet de hele keten in orde zijn. Van de bron tot aan de afname”, vat Van Bulderen de leerervaringen tot nu toe samen. “De afgelopen tien jaar hebben ons duidelijk gemaakt dat we niet alles kunnen voorzien, met name de koude-vraag vanuit kantoren en bedrijventerreinen. Toch verwachten we uiteindelijk de voorspelde hoge rendementen wel te halen. Het kost alleen meer tijd dan we hadden voorzien om álle factoren in het koude netwerk te optimaliseren.”