Zijn vleermuizen en windturbines een levensvatbare combinatie op zee?
Vattenfalls maandelijkse nieuwsbrief THE EDIT geeft je inzicht in de reis naar fossielvrij leven en gaat in op de klimaatuitdagingen van onze tijd. Dit artikel verscheen in THE EDIT, issue #15.
Inzicht in het grote geheel over de bewegingen van vleermuizen boven zee is belangrijke achtergrondkennis. Hierdoor kunnen exploitanten van windparken het risico op botsingen tussen windmolenbladen en vleermuizen beperken en tegelijkertijd de opwekking van hernieuwbare offshore energie te garanderen.
Wist je dat vleermuizen lange afstanden over open zee vliegen? Waarschijnlijk niet. De meeste mensen denken dat vleermuizen in hun kolonies op het land blijven en dat ze daar ook hun voedsel vinden.
Een aantal vleermuissoorten vliegt naar zee op zoek naar voedsel, terwijl andere soorten lange afstanden over de zee afleggen. Delen van de populatie van de ruige dwergvleermuis migreren bijvoorbeeld helemaal van Finland naar Groot-Brittannië en komen onderweg offshore windparken tegen in de Baltische Zee, de Deense zeestraten en de Noordzee. Daar lopen ze het risico dat ze in botsing komen met de bladen van windturbines.
Vleermuizen in kaart brengen over een groot gebied op zee
Terwijl er op basis van onderzoeken in de Verenigde Staten en verschillende Europese landen veel bekend is over vleermuizen, hun gedrag en het aantal aanvaringen met windmolenbladen op land, is er veel onzekerheid over aantallen vleermuizen en hun gedrag op zee. Daarom hielp Vattenfall in 2022 bij het opstarten van het Kattegat West Baltic Bats Project: een grootschalig onderzoek naar vleermuizen in het hele gebied van Skagen, het meest noordelijke punt van Denemarken, tot Christiansø, ten oosten van Bornholm in de Oostzee en de Duitse Oostzeekust.
"We werden benaderd door consultants die ieder hun eigen onderzoek naar vleermuizen uitvoerden voor het Deense Energieagentschap en de transportnetbeheerder Energinet in verband met de nieuwste Deense offshore tendergebieden, terwijl we zelf op dat moment ook onderzoek deden in verband met verschillende windprojecten in Zweden", zegt Bjarke Laubek, Environmental Specialist bij Vattenfall. "We boden aan om als coördinator voor het project op te treden, de methoden te standaardiseren en de onderzoeken gelijktijdig uit te voeren, en extra apparatuur in te zetten om een gat in de dekking in het noorden van het Kattegat te dichten. Dit gaf ons een unieke kans om alle gegevens te verzamelen voor een uitgebreid overzicht van vleermuispopulaties op zee.”
Gevleugelde zoogdieren
Vleermuizen zijn zoogdieren die lang leven en zich langzaam voortplanten. Ze krijgen meestal een of twee jongen per keer en zijn als populatie aanzienlijk gevoeliger voor sterfte dan andere soorten. Daarom staan ze ook op de EU-lijst van dieren die speciale bescherming nodig hebben.
De vraag is welke speciale bescherming ze eigenlijk nodig hebben. Het is belangrijk dat de ingevoerde maatregelen het juiste evenwicht vinden tussen hernieuwbare offshore elektriciteitsopwekking en de effectieve bescherming van vleermuizen.
"Vleermuizen vliegen niet als het regent of als het te hard waait of te koud is", legt Bjarke Laubek uit. "En we weten dat ze alleen 's nachts vliegen en alleen tijdens de zomer en sommige migratieperioden. Daarom kunnen we een aanzienlijk verschil maken door onze windturbines gedurende bepaalde perioden en in bepaalde situaties stil te zetten. Er is gebleken dat stopzetten van onshore windturbines tijdens bepaalde perioden waarin vleermuizen veel vliegen, de botsingen met 60 tot 90 procent kan verminderen. Er is echter niet veel bekend over het gedrag van vleermuizen op zee. Sommige vliegen laag over het wateroppervlak en lopen weinig risico om de windttubines te raken, terwijl andere hoger vliegen en meer risico lopen.”
Vattenfall zet periodiek windparken of windturbines stil in Duitsland, Groot-Brittannië en Zweden, en in Nederland worden geselecteerde windturbines in een groot offshore windpark stilgezet. Acties die allemaal berusten op bestaande onderzoeken naar onshore windturbines. Maar met de toenemende aandacht voor offshore wind is het belangrijk dat we begrijpen wat er op zee gebeurt: hoeveel en welke soorten vleermuizen er zijn, de geografische verschillen, seizoensgebonden en dagelijkse variaties, gedrag, en niet in de laatste plaats hoe dit alles samenhangt met het weer.
De roep van de vleermuizen
"In dit project hebben we gegevens van het hele vleermuisseizoen van 2023 verzameld met behulp van ultrasone detectoren op boeien, masten, vuurtorens, windturbines en andere installaties in het hele onderzochte zeegebied", legt Bjarke Laubek uit. "Deze apparatuur registreert de roep- en echolocatiegeluiden die vleermuizen maken als ze voedsel zoeken. We kunnen dan zien of ze op doorreis zijn of bij de windturbines zijn op zoek naar voedsel.”
Veel metingen worden op een lage hoogte uitgevoerd vanaf boeien of lage locaties bij offshore installaties. Omdat de hoogfrequente geluiden die vleermuizen maken snel energie verliezen, kunnen ze alleen op kortere afstanden worden waargenomen - tot hoogstens 20-80 meter, afhankelijk van de soort. Door het nieuwe type windturbines met wieken van 130 meter hebben de microfoons vanuit hun lage posities maar een beperkte dekking in de rotorzone, dus we moeten ook sensoren op grotere hoogte inzetten. Daarom heeft Vattenfall in Kriegers Flak luisterapparatuur geïnstalleerd op zowel de fundering als de gondel aan de bovenkant van de turbines, om te horen of er een verschil is in de activiteit en de roep die de vleermuizen gebruiken. Proberen ze te navigeren, voedsel te vinden of gewoon te socialiseren?
Door de opnamen van de kleine boeien te vergelijken met de opnamen van de windturbines hopen we ook een idee te krijgen of trekkende vleermuizen afgeschrikt of aangetrokken worden door de offshore windturbines, en zelfs hun vliegrichting veranderen als het zicht slecht is, zoals bij sommige trekvogelsoorten gebeurt.
"Er zijn aanwijzingen dat sommige lokale populaties rosse vleermuizen en tweekleurige vleermuizen in het Oostzee- en Kattegatgebied tijdens de zomerperiode - op die warme, stille zomeravonden wanneer de insecten zwermen - in grote aantallen hun voedsel volgen naar de zee. Als onderdeel van dit project willen we uitzoeken hoe ver de vleermuizen van de kust vandaan vliegen. Als ze bijvoorbeeld niet meer dan 20 kilometer van de kust vliegen, drie tot vier avonden per jaar en onder specifieke weersomstandigheden, kunnen we een kader en richtlijnen opstellen om de windturbines tijdens deze perioden stil te leggen", zegt Bjarke Laubek.
Ultrageluid van motten stoort vleermuisradar
Als alternatief voor uitschakeling is er in de VS geëxperimenteerd met ultrageluid om de radarsignalen van vleermuizen te storen, om ze zo uit de buurt van de windturbines te houden. Sommige motten kunnen radarsignalen van vleermuizen verstoren zodat de vleermuizen ze niet kunnen waarnemen. Een Amerikaans bedrijf maakt hier gebruik van door veel geluid uit te zenden in het frequentiebereik waarin de vleermuizen hun voedsel waarnemen. Als er geen voedsel is, is het niet zo aantrekkelijk om rond een windturbine te vliegen. Het probleem met dit systeem is echter dat ook hier het hoogfrequente geluid snel verdwijnt, dus het is niet eenvoudig om apparatuur te installeren die de hele rotorzone bestrijkt.
"Dit jaar testen we in Nederland een thermisch camerasysteem dat kan zien hoe vleermuizen rondom de windturbines vliegen en in welke mate, en dat automatisch botsingen en dergelijke kan detecteren. We kunnen deze resultaten ook in combinatie met de geluidsopnamen van dezelfde windmolen gebruiken. Daardoor kunnen we beter begrijpen hoe goed onze grote dataset van geluidsopnamen de werkelijke aanwezigheid van vleermuizen eigenlijk weerspiegelt en dus ook hoe we deze gegevens kunnen interpreteren.”
Meteorologische gegevens zijn een kritieke parameter in de analyses. De ervaring leert dat deze cruciaal zijn om te bepalen wanneer vleermuizen actief zijn en ze vormen dus ook de basis voor de beslissing wanneer operationele aanpassingen aan onze windturbines nodig zijn. Bij het Zweedse Kriegers Flak-project zijn toekomstige beperkingsvereisten uitsluitend gebaseerd op de weersomstandigheden tijdens bepaalde perioden op basis van de huidige kennis van onshore installaties. Detectoren bij het aangrenzende Deense Kriegers Flak-windpark laten nu al zien dat er gedurende de helft van de vereiste stillegperiode geen vleermuizen in het gebied zijn. "Het is niet slim om productie te missen vanwege een maatregel die niet het effect heeft waar we naar streven", legt Bjarke Laubek uit.
Resultaten cruciaal voor offshore windturbines
Vattenfall wil een positieve invloed hebben op de biodiversiteit in de gebieden waar we actief zijn. Dit is alleen mogelijk door te investeren in onderzoek en kennisvergaring, zoals het vleermuisonderzoek in de Deense wateren.
De resultaten van het onderzoek zullen een schat aan nieuwe kennis opleveren die bijdraagt aan een beter begrip van de vleermuispopulaties op zee. Verwacht wordt dat de discussies daardoor zinvoller worden en dat uiteindelijk offshore windturbines kunnen worden geïnstalleerd. Het project heeft nog niet de analytische stappen bereikt die zullen leiden tot bruikbare resultaten, maar er is een berg aan gegevens die moet worden geanalyseerd door specialisten; waarschijnlijk van universiteiten met specialistische kennis en expertise in statistiek, zodat het werk wordt gedaan op een onafhankelijke, wetenschappelijke basis.
Het is op sommige plaatsen al voorgekomen dat ontwikkelaars vanwege de aanwezigheid van vleermuizen geen toestemming kregen om offshore windturbines te plaatsen. Dit onderzoek zal ertoe bijdragen dat offshore windparken kunnen worden gebouwd en geëxploiteerd op een manier die de klimaatverandering helpt beperken en tegelijkertijd zorgt dat vleermuizen op feitelijke en objectieve gronden worden beschermd.
"Bij Vattenfall hebben we een strategische financiering voor dit soort onderzoeken opgenomen in ons algemene biodiversiteitsprogramma dat wordt geleid door ons Bioscience Team. Dit is absoluut essentieel als we het grote geheel willen zien, zodat niet elk project verantwoordelijk is voor geïsoleerde onderzoeken voor afzonderlijke windparken", besluit Bjarke Laubek. De eerste resultaten worden eind dit jaar en in de eerste zes maanden van 2025 verwacht.
Project Kattegat West Baltic Bats
Projectpartners naast Vattenfall zijn: Energinet, Deens Energieagentschap, met adviseurs van WSP, Pennen & Sværdet en EnviroPlanning, die veldwerk uitvoeren en audiobestanden analyseren.
Foto boven artikel: fotograaf Anders Blomdahl