Nederlanders bewuster bezig met duurzame warmte in huis
Klimaatverandering en duurzame energie staan hoger dan ooit op de agenda van politiek én burgers. Ook met de duurzaamheid van de verwarming in huis zijn Nederlanders steeds meer bezig, blijkt uit nieuw onderzoek van Direct Research in opdracht van Vattenfall.
De gaskraan gaat dicht. Uiterlijk in 2050 moeten onze huizen aardgasvrij zijn. In plaats van een gasgestookte cv-ketel hebben we straks misschien een aansluiting op een warmtenet, of een warmtepomp.
Bijna de helft van de Nederlanders (44,2 procent) is nu bewuster bezig met de verschillende mogelijkheden voor aardgasvrije warmte dan vijf jaar geleden. En er is breed maatschappelijk draagvlak voor de warmtetransitie. Slechts 14,2 procent staat negatief tegenover aardgasvrij wonen. Dat blijkt uit onderzoek dat Direct Research in opdracht van Vattenfall uitvoerde onder een representatieve groep Nederlanders. Vooral de media-aandacht voor het thema is hierbij een drijvende kracht: bijna een derde van de respondenten zegt bewuster met warmte bezig te zijn als gevolg van mediaberichtgeving.
Betaalbaar, betrouwbaar, duurzaam én veilig
Van de toekomstige warmtevoorziening vragen Nederlanders vooral dat deze betaalbaar, betrouwbaar, duurzaam en veilig is. Vrouwen vinden de veiligheid van de warmte in huis belangrijker dan mannen. Jongeren hechten meer aan duurzaamheid dan ouderen: 55,6 procent van de 18- tot 30-jarigen verwacht dat warmte in huis in de toekomst duurzaam is. Bij 55-plussers is dit 42,1 procent.
Stadsverwarming populairder dan warmtepomp
Op dit moment maakt 80 procent van de Nederlandse huishoudens voor verwarming en warm water gebruik van een gasgestookte cv-ketel. Sinds 1 juli 2018 verlenen gemeenten geen vergunningen meer voor nieuwbouwprojecten met een gasaansluiting. Alternatieven zoals stadsverwarming en warmtepompen zijn dan ook in opmars.
Volgens het onderzoek vindt bijna de helft van de Nederlanders stadsverwarming milieuvriendelijker dan gas. Ruim een derde van de respondenten (35,9 procent) zou voor een aansluiting op een warmtenet kiezen als alternatief voor aardgas. Hiermee is stadsverwarming aanzienlijk populairder dan de warmtepomp (die de voorkeur heeft van 14,8 procent) en groen gas (de favoriet bij 9,4 procent van de Nederlanders).
Inwoners van steden positief over stadsverwarming
Een kleine minderheid (12,5 procent) van de Nederlanders staat negatief tegenover stadsverwarming. Als grootste nadeel wordt genoemd dat niet kan worden gekozen voor een energieleverancier. Daarnaast denken consumenten - helaas ten onrechte - dat de temperatuur in huis moeilijker te regelen is. Bijna de helft van de respondenten (44,2 procent) is daarentegen positief tot zeer positief over stadsverwarming. In de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) en gemeenten met meer dan 100.000 inwoners zijn bewoners significant positiever over warmtenetten dan in kleine gemeenten.
Onbekend maakt onbemind, denkt Arno van Gestel, commercieel directeur van Vattenfall Warmte. “In de steden kennen bewoners doorgaans al jarenlang stadsverwarming. Gebruikers zijn over het algemeen ook heel tevreden over de werking en het comfort. Daarnaast is de waardering voor de milieuvriendelijkheid van stadsverwarming duidelijk aan het toenemen.” De meeste respondenten in het onderzoek van Vattenfall noemen als positieve aspecten van stadsverwarming dat een woning met een aansluiting op een warmtenet geen cv-ketel meer nodig heeft en onafhankelijk is van aardgas.